Gouverneur goedgedrag ‘Thalatta!’



Openingstoespraak van Z.E. de Gouverneur van de Nederlandse Antillen, Frits Goedgedrag voor conferentie “Maritiem Beheer” te Curacao (5 maart 2008).

Thalatta! Thalatta!
“De Zee! De Zee!”, schreeuwden 10.000 uitzinnige Grieken in het jaar 401 vóór onze jaartelling, toen zij – uitgeput en staande op de Theches Berg in Armenië - de Zwarte Zee op vijf dagen loopafstand zagen liggen. Kapot van vermoeidheid vielen ze elkaar in de armen. Zij waren op de terugweg van de mislukte veldtocht tegen het Perzische Rijk en huilden bij de aanblik van de zee, waarover zij per schip hun geboorteland weer zouden kunnen bereiken. Als zeevarend volk hielden de oude Grieken van de zee en zij onderkenden het belang ervan. De zee bood hun de gelegenheid zich te ontwikkelen tot toenmalige wereldheersers.

Op deze afbeelding van de Caribische Zee is duidelijk waarneembaar dat de zee uit twee kommen bestaat. Op onze website is een artikel opgenomen ‘Caribbean Seabed Authority’, waarin voorstellen worden gedaan (ideeën worden geopperd) om de Caribische Zee te beschouwen als het erfgoed van de hele Caribische regio en om de opbrengsten van de exploitatie ervan strikt te besteden aan onderwijs en volksgezondheid voor de hele regio. Ga naar www.arcocarib.com, direct code 564

Onze zee dichtbij

Anders dan voor die 10.000 Grieken op die berg, is de zee op de eilanden van de Nederlandse Antillen altijd dichtbij. Ik vraag mij weleens af of wij met de aanblik van de zee net zo blij kunnen zijn als de Grieken. Toch is de zee voor ons - net zoals voor de oude Grieken - van levensbelang. Voor ons leefmilieu, voor onze cultuur en voor onze economie.

Zonder zee zouden er trouwens ook geen eilanden bestaan. Om met Johan Cruijff te spreken: je gaat het pas zien als je het doorhebt! En gelukkig! De Antilliaanse wetgever heeft het doorgehad.

Marien Beheer

De Landsverordening Maritiem Beheer is begin dit jaar in werking getreden. Met deze landsverordening wordt onder meer uitvoering gegeven aan het VN-Zeerechtverdrag en een aantal andere internationele verplichtingen. Er worden regels gesteld voor de territoriale zee, de binnenwateren, de havens, de aansluitende zone en de nog in te stellen exclusieve economische zone. Dit gebeurt in het belang van de orde, de veiligheid en de bescherming van het mariene milieu en het maritiem archeologisch erfgoed.

Deze wetgeving beoogt de economische ontwikkeling van de eilanden van de Nederlandse Antillen te ondersteunen. Daarnaast versterkt de landsverordening het imago van de Nederlandse Antillen als milieubewust land in de Caribische regio. Het belang van het maritiem beheer voor de economie mag niet worden onderschat. Zowel de maritieme sector als de toeristensector dragen aanzienlijk bij aan het nationaal inkomen van de eilanden van de Nederlandse Antillen.

De conferentie (...) heeft tot doel inzicht te verschaffen in de nieuwe landsverordening en om een gezamenlijke strategie te ontwikkelen voor het uitvoeren van wetgeving op eilandsniveau. Verder is het de bedoeling om het concept van duurzame ontwikkeling in het maritieme beheer te introduceren.

Dit klinkt natuurlijk allemaal heel abstract en misschien zelfs wel hoogdravend. Maar dat is het allerminst.

Concreet

Concreet hebben we het bijvoorbeeld over de bescherming van de Sababank, de derde grootste onderwater-atol ter wereld. Daar dreigt de bodem enorme schade op te lopen als gevolg van het ankeren van grote zeeschepen die er een gemakkelijke en goedkope ankerplaats vinden. Of over het behoud van de onder water verdwenen oude pakhuizen op Sint Eustatius, stille getuigen van de weelderige handel waaraan het eiland in de 18e eeuw de naam “Golden Rock” te danken had.

Maar ook de veiligheid van de scheepvaart, het reguleren van de visserij of het handhaven van immigratiewetten op zee, zijn voorbeelden van wat er met de nieuwe landsverordening wordt beoogd en kan worden bereikt. Bij de uitvoering van de Landsverordening Maritiem Beheer zal een groot aantal handhavingsorganisaties een rol gaan spelen.

Kustwacht

Bijzondere vermelding daarbij verdient de Kustwacht. Een definitieve juridische basis voor de Kustwacht is inmiddels gelegd. De Rijkswet Kustwacht is onlangs door de Eerste Kamer aanvaard en zal naar verwachting binnenkort worden gepubliceerd en in werking treden. Het was een lange weg, maar de discussie kan na bijna 15 jaar eindelijk worden afgesloten.

Gevolgen staatkundige ver-anderingen?

Het doet mij een genoegen dat ik hier vandaag naast vertegenwoordigers van de landsoverheid ook afgevaardigden van de eilandgebieden zie. Ik wil in het bijzonder een hartelijk woord van welkom uitspreken aan de gasten en deskundigen van overzee, zowel uit Nederland als uit Aruba. Want ook Aruba is overzee. Maar is Bonaire dat eigenlijk ook niet, en Sint Maarten dan? Hoe zit het dan met Saba en Sint Eustatius?

Zijn we eigenlijk niet allemaal van overzee? En is dat dan de manier waarop wij in de toekomst elkaar gaan aanspreken en tegemoet gaan treden: “Die daar van overzee”?
Ingewikkelder

De lands- en zeegrenzen tussen de Koninkrijksdelen in het Caribisch gebied zullen talrijker en ingewikkelder worden. Grenzen zullen ontstaan tus-sen de landen Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland, dat laatste land verantwoordelijk voor de BES-eilanden.

Mogelijk komen er zelfs Europese grenzen tussen de eilanden. Als elk van die landen op zijn strepen staat en elkaars onderdanen door middel van een toelatingsbeleid aan beperkingen onderwerpt – de één nog strenger dan de ander -, dan hebben we binnen het Koninkrijk als mensen, als Koninkrijksburgers, niet veel gewonnen.

Hoop

Ik hoop vurig dat we – ook na de staatkundige herstructurering – elkaar binnen het Koninkrijk open tegemoet blijven treden, inzetten op samenwerking tussen de landen en op gastvrijheid over en weer voor Nederlandse staatsburgers. Want het is Thalatta, ja slechts Thalatta, wat onze Koninkrijksdelen scheidt. Tussen Curaçao en Nederland en ook tussen de eilanden onderling ligt alleen maar zee. En die heeft geen eigenaar. Die zee is van niemand maar tegelijkertijd van iedereen.

Maar ik dwaal af en draaf misschien een beetje door. Terug naar vandaag (...).

Voordat ik afsluit neem ik u nog even mee terug naar het jaar 401 vóór Christus bovenop de berg Theches. De Grieken – afkomstig uit het land van ontelbare eilanden – vielen elkaar dolgelukkig in de armen. Niet omdat ze iets bereikt hadden, maar omdat ze ergens uitzicht op hadden. Zouden wij Antillianen daar nu - 2400 jaar later - geen mooi voorbeeld aan kunnen nemen? Wat zou het “Thalatta! Thalatta!” mooi klinken! (...)