HET RECHT VERDAMPT ...



Eenentwintigste Open Brief aan de Zittende Magistratuur

IN HET DUITS is dat: ‘Das verdammte recht!’ Of niet dan? Misschien moeten we zeggen: ‘Het recht verdomt’ in plaats van ‘verdampt’. En dat, as we speak.

Het Gerecht hoort te weten wat Recht is. Rechters plegen immers RECHTspraak. De droeve realiteit is echter dat het steeds meer WETspraak wordt. Rechters worden steeds meer ‘wetters’. Een computer kan echter ook de wet lezen. En nog veel beter dan mensen. Daar hebben we dus geen rechters voor nodig.

So please, verdom het Recht toch niet! Het is niet droge tekst. Het is sacrale kunst.

HET RECHT bestaat niet, zegt u? Dat is een hersenschim? O ja? Waarom geeft art. 6:2 BW partijen dan de opdracht om elkaar ‘redelijk en billijk’ te behandelen? De redelijkheid en billijkheid kan een contract en zelfs de wet onderuit halen, als de uitvoering ervan onbillijk zou zijn. Het Recht is dus van hogere orde dan de letter van de wet of een contract.

Dat betekent dat ons rechtssysteem ervan uitgaat dat er ‘iets’ is dat ‘Recht’ genoemd wordt, of ‘rechtvaardigheid’. Immers de uitdrukking ‘redelijkheid en billijkheid’ is niets anders dan een langere omschrijving van het begrip ‘Recht’. Dit Recht is overigens net zo vaag als het begrip ‘God’. Maar ons rechtssysteem is toch op dit (vage) Recht gebaseerd.

Gelukkig maar.

OOK HET BESTUURSRECHT is gebaseerd op Recht. Of hoeft de overheid de burger niet redelijk en billijk te behandelen? Als dat uw insteek is, dames en heren rechters, wat bedoelt art. 9 WarBES[1] dan met een ‘algemeen rechtsbeginsel’? Een beslissing van de overheid kan door het Gerecht worden vernietigd, als die in strijd is met een algemeen rechtsbeginsel. De wet schrijft hier dus zelf voor dat ook in het bestuursrecht Recht en sacrale kunst onmisbaar zijn.

Hoe kon het anders zijn? Wat zou een religie zijn zonder God? Wat zou rechtspraak zijn zonder Recht?

Kortom, rechtspraak is geen wetspraak! Een rechter dient elke zaak in zijn totaliteit te beoordelen op zijn rechtsmerites, niet uitsluitend op zijn wetmerites.

MAAR kennelijk moet je dan niet op Bonaire wonen …

Wij geven aandacht aan de volgende zaak, omdat de overheid (in dit geval RCN) onlangs een onrechtvaardige en zelfs gevaarlijke streek heeft uitgehaald, waar wij alle advocaten op al onze eilanden voor willen waarschuwen. Het fenomeen heet formeel een ‘bestuurlijke aanzegging’, maar is wezenlijk een ‘bestuurlijke boycot’. Dit is het laatste exemplaar in het arsenaal ‘boiling frog’-maatregelen die ons steeds dieper doen verzinken in rechtafbraak.

U kent de ‘boiling frog’ tactiek toch? Als men een kikker in een pan kokend water gooit, dan springt hij er meteen uit. Hij is niet gek. Als men echter een kikker in een pan koud water op een zacht vuurtje zet, springt hij er NIET uit. Hij laat zich dood koken. Sinds de jaren ’90 wordt dit toegepast. De overheid heeft het Recht stukje bij beetje verdomd totdat een ‘bestuurlijke aanzegging’ het Gerecht niet meer aanzet om subiet die fascistische pan uit te springen!

Het Gerecht liet de kikker (onze klant) dus gewoon dood koken.

DE ‘BESTUURLIJKE BOYCOT’ hield in dat onze klant schriftelijk werd medegedeeld dat alle door hem ingediende vergunningaanvragen gedurende 6 maanden ‘geweigerd’ zouden worden. Onze klant vraagt regelmatig vergunningen aan, gedurende 6 maanden misschien wel 10 of meer. Voor de klant is dit dus een gevoelige, misschien zelfs fatale financiële klap. Zeg maar rustig een verkapte boetestraf. Dit verlamt het bedrijf 6 maanden lang.

Nou ja, de klant zal het er dan wel naar gemaakt hebben, denkt u? Inderdaad is RCN van mening dat onze klant een strafbepaling heeft overtreden. Volgens ons is dat niet zo. Maar gesteld dat RCN gelijk heeft. Dan hoort via het OM een straf te worden gevorderd. Als de klant schuldig is, dan volgt de straf. Nergens in de wet staat dat de overheid dan BOVENDIEN een burger ‘bestuurlijk’ mag gaan boycotten. Maar RCN deed dit wel, met als gevolg dat onze klant al is gestraft nog voordat vaststaat dat hij de wet heeft overtreden en nog voordat hij de kans heeft gehad om zich voor de strafrechter te verdedigen!

Nou, dat is dan eenvoudig toch? Zoiets illegaals zal het Gerecht nooit toestaan. Dus een civielrechtelijk kort geding. Dan komt er echter een hele rare aap uit de mouw. Want, ‘nee’ zegt de rechter. Het is niet onrechtmatig, omdat de overheid nog geen daad heeft gepleegd. Het is niet meer dan een dreigement. RCN mag volgens het Gerecht dus best intimideren!

Is dit Mars, of Bonaire? Zegt u het maar, lezer.

OKÉ, dan dus een aanvraag indienen. Werd eerst geweigerd aan te nemen. Oké, dan betekenen via de deurwaarder. Omdat de overheid had aangezegd dat 6 maanden lang alle aanvragen zouden worden geweigerd, mogen wij er bij voorbaat van uitgaan dat de aanvraag dus geweigerd was. Tegen die fictieve weigering is een bezwaarschrift ingediend, waarop natuurlijk ook niet beschikt werd. Daarom is beroep ingesteld bij het Gerecht.

‘Gefopt!’, zegt echter de bestuursrechter. ‘De overheid heeft nog niet beschikt op bezwaar. Daar heeft de overheid volgens de wet 4 maanden de tijd voor. Dus niet-ontvankelijk!’

Te zeggen dat deze uitspraak teleurstellend is, is een ‘joekel-understatement’ (nieuw woord).

ZULKE uitspraken ONDERMIJNEN de rechtszekerheid vastgelegd in art. 9 WarBES. Een computer kan lezen dat de overheid 4 maanden tijd heeft om te beschikken. Maar als de overheid van tevoren al heeft aangezegd niet te zullen gaan beschikken, mag worden aangenomen dat een rechter begrijpt dat die overheid dus niet zal gaan beschikken!

Het afwachten van de 4 maanden termijn was in dit geval dus onzinnig. Dat had het Gerecht toch moeten begrijpen, denkt men? Nee dus.

De wet kent de ‘bestuurlijke aanzegging c.q. boycot’ in deze vorm helemaal niet. Maar deze verkapte en illegale boetestraf heeft nu dus wel de zegen van het Gerecht gekregen!

Voor Golden Meand Society (GMS),
Michiel Bijkerk,
Bonaire, 11 september 2016


[1] In Curaçao is dat de zgn. ‘LAR’ (Landsverordening Administratieve Rechtspraak).