EN NU, LOONSLAVERNIJ



Drieëntwintigste Open Brief aan de Zittende Magistratuur

WE GAAN TERUG in de tijd naar de fictieve plantage Rondeklop op Curaçao. Het is 1 juli 1863. De slavenbel klonk en alle slaven traden aan. Shon Kapital bracht het goede nieuws: ‘Vanaf vandaag zijn jullie geen slaven meer. Koning Willem III heeft jullie allemaal vrij gemaakt’.

Ex-slaaf Pristina Hustu nam het woord: ‘Mogen wij de plantage dan nu dus vrij verlaten?’
‘Ja’, antwoordde Shon Kapital. ‘Jullie mogen nu werk zoeken waar je wil. Op de plantage, in de stad, op een schip, overal’.

‘Oké’, zei de ex-slaaf. ‘Maar dan moeten wij eerst nog wel een shon vinden die ons betalen wil om te werken. En het loon moet dan genoeg zijn om zelf eten te kunnen kopen. En om een huisje te huren of bouwen. Welke shon zal ons voldoende betalen?’

‘Ja, dat is een proleem’, antwoordde Shon Kapital. ‘Maar goed, ik wil jullie wel in dienst nemen. Ik betaal ‘un ria’ (15 cent) per week plus hetzelfde rantsoen als vroeger. En jullie hoeven geen huur te betalen om te blijven in de huisjes waarin jullie nu wonen. Dat alles is dan jullie loon’.

‘Nou’, zei Pristina Hustu, ‘wat is dan het verschil met vroeger?’

‘Wel, het verschil is dat jullie nu niet meer mijn eigendom zijn. Jullie zijn nu vrij!’

‘Om hetzelfde werk te doen voor een paar cent!?’, antwoordde Pristina Hustu. ‘En als Shon Kapital dan vindt dat we het werk niet goed doen, worden we nog ontslagen ook. Zonder geld op straat en uit ons huis! Shon Kapital bezit een plantage, geiten, koeien, ezels, paarden. En fruitbomen, grond, een landhuis, zoutpannen en opslagplaatsen. Dat alles levert geld op. En dat hebben WIJ allemaal gebouwd. En nu mogen wij dan werken voor ‘un ria’ per week!’

SHON KAPITAL zei maar niet dat hij voor elke vrijgekochte slaaf f. 300,- van de overheid had gekregen. Daar kon hij voorlopig wel ‘un ria’ per week van betalen! Hij zweeg ook maar over de wijze hoe zijn voorouders de plantage hadden gekregen, wezenlijk voor niets.

‘Ja’, zei Shon Kapital. ‘Ik begrijp dat jullie teleurgesteld zijn. Maar zo is de wet nu eenmaal. De plantage en de rest is mijn eigendom. Als jullie willen, mogen jullie hier blijven werken. Die niet wil, is vrij te gaan’.

‘Zonder een cent op zak?’, vroeg Pristina Hustu?
‘Oké’, antwoordde Shon Kapital. ‘Ik zal het goed met jullie maken. Wie weg wil gaan, krijgt
f. 5.- mee. Maar dan kom je hier ook niet meer terug. Denk er maar rustig over na en vertel me morgen maar wat jullie gekozen hebben’.

Op 2 na bleven alle 30 ex-slaven op de plantage.

Zo werden de slaven loonslaven …

NA DE ‘EMANCIPATIE’ was er wel een belangrijk PRINCIPIEEL verschil in het voordeel van de mensheid, maar PRAKTISCH was dit verschil miniem. De ex-slaven bleven ‘have-nots’. Met name bracht de emancipatie geen verandering in eigendom van kapitaalgoederen met zich mee, d.w.z. inkomen genererende goederen bestemd voor de productie van goederen en diensten. Zoals land en plantages. De shons bleven daarvan de ‘legitieme’ eigenaren.

Wet is wet, nietwaar?

Anno 2016 zijn loonslaven, evenals ‘echte’ slaven, voor hun levensonderhoud nog steeds volledig afhankelijk van hun moderne ‘doño’, nu aangeduid als ‘werkgever’. Deze werkgever oefent daarom veel economische macht over hen uit. Horigheid is het dan nog net niet, maar werknemers zijn wel afhankelijk EN ondergeschikt. Echt vrij zijn zij dan ook nog steeds NIET.

Evenals echte slaven zijn werknemers ‘have-nots’. Ongeveer 95% van de mensheid bezit geen inkomen genererende kapitaalgoederen, zoals gronden, fabrieken, winkels, opslagplaatsen, (lucht)havens, mijnen, grondstoffen, intellectuele eigendomsrechten enz, of aandelen daarin. Het enige dat zij verhuren kunnen is hun arbeid voor net genoeg loon om van te leven.

Loonslavernij is een milde vorm van slavernij. Wij tolereren het, omdat wij denken dat het niet anders kan. Het bewustzijn dat slavernij verkeerd was, ontstond pas in de zeventiende tot negentiende eeuw. Het bewustzijn dat loonslavernij verkeerd is, ontstond pas medio vorige eeuw. Het is echter nog niet wijd verbreid.

NOOT 1. Wij staan er niet voor in dat de historische feiten in het geschetste emancipatie-scenario precies correct zijn. Volgens Wikipedia waren de vrijgemaakte slaven bij wet nog 10 jaar verplicht om tegen betaling op de plantage te blijven werken (een overgangsfase van horigheid dus). En misschien betaalde men hen destijds wel meer dan ‘un ria’ per week.

Deze details gaan voorbij aan de essentie waar wij de aandacht voor vragen, namelijk de in praktische zin zeer geringe overgang van slavernij naar loonslavernij.

NOOT 2. Steeds wanneer wij dit thema aanhalen, is het commentaar: ‘Nou socialisme werkt ook niet!’ Met dat commentaar zijn wij het roerend eens. In de socialistische oplossing wordt het eigendom van AL het productieve kapitaal geconcentreerd in de Staat. En dan wordt IEDEREEN loonslaaf van de Staat, die dan niet alleen politieke macht uitoefent maar ook nog eens economische! Dit leidt tot totalitarisme en vreselijke onderdrukking.

Dus, please, geen socialisme!

Wat dan wel? Het doel van deze serie brieven is onder andere om dat geleidelijk aan duidelijk te maken.

De drijvende kracht achter het socialisme is afgunst en haat. De drijvende kracht achter het kapitalisme is geldzucht en egoïsme. Dit zijn allemaal ondeugden. Ja, dat zeggen we maar even duidelijk, omdat blijkt dat bijna niemand zich dit realiseert. We moeten dus toe naar een systeem dat gebaseerd is op rechtvaardigheid en dienstbaarheid.

Gek hè?

Bonaire, 18 oktober 2016
Namens Golden Meand Society (GMS)
Michiel Bijkerk