Zegt de hoerenloper tegen de hoer:
“Schatje, als je het op mijn manier doet, betaal ik je duizend Euro”.
“Maar natuurlijk Stuk, en wat is jouw manier dan?”.
Op krediet!
Moraal van het verhaal:
Als niet oppast wordt je genaaid.
Ooit was adel de natte droom van de gewone man.
‘Arbeid adelt, maar adel arbeidt niet’.
Al leefde hij nog zo braaf, en niet op de pof, nooit ontkwam hij aan chagrijn en verdriet. Een slimpiepel bedacht dat het iets moest zijn, dat de adel heeft en de arbeider niet. Zijn ontdekking was het kapitaal, en daarmee het krediet.
Van grauw tot burgermans
Na de lat van de kruidenier en de fluit van de fabriek, kwam de sociale wetgeving en de verheffing van het grauw tot burgermans.
Arbeiders kregen rechten en uiteindelijk ook hun vrouwen en kinderen. Het zweet des aanschijns kon met het moede lijf zelfs meer dan één maal per week gewassen worden. Uit de industriële revolutie kwam het vliegwiel als fiets en auto tevoorschijn. Het volk heeft zich door scholing verheven en zich van de klompendans tot sex, drugs en rock & roll gewend. Tijdelijk waren we bereid om samen en voor elkaar te leven, maar een verzorgingsstaat was teveel van het goede. Ieder voor zich en God voor ons allen. Niet zeuren. Steek je handen uit de mouwen en houd je broek zelf op.
Onze economie is allang niet meer gebaseerd op productie.
In de vijftiger jaren van de vorige eeuw werd de ondernemingsstrategie van bedrijven gebaseerd op marketing. De prijs voor de behoeftebevrediging werd niet langer bepaald door grondstoffen en productieproces, maar door wat de gek ervoor geeft. De inzet van vernuft verplaatste zich van techniek naar psychologie. Vraag en aanbod werden bepalend. Slechts een enkele hi-tec onderneming was nog bereid om in basaal wetenschappelijk onderzoek te investeren. Patenten zijn echter latijn voor consumenten. Goede wijn behoeft steeds meer krans. Er is zoveel goede wijn en een gulden kun je maar één keer uitgeven. Liquiditeit en solvabiliteit zijn de voorwaarden voor kredietwaardigheid en marktpositie is standing.
De investeringsintensieve industrie, die over het algemeen ook de meest onderzoek-behoeftige is, raakte steeds verder verwijderd van de consument en zijn behoeften. Je komt elkaar nu tegen op de effectenbeurs en in de supermarkt. En het credo is: ‘consumeer steeds meer’.
Schaalvergroting
Standaardiseren van productie en homogenisering van producten maken schaal-vergroting van ondernemen mogelijk. Goedkoper aanbod moet tot grotere afname leiden. Hoe meer transacties hoe meer behoefte aan geld en dus reden om de geldpers te laten draaien.
Onze cash-flow economie is geweldig. Het gaat niet om de waarde van producten, maar om de stromen van geld. Productie en gebruiken hebben plaats gemaakt voor markt en vooral verbruiken.
Iedere handelaar begrijpt, dat zijn klant zijn goederen of diensten moet willen hebben. Niet zoals vroeger, om te overleven, maar vooral om te genieten.
Als de ene behoefte bevredigd is, volgt de andere. Hoe meer hoe beter. Weg met de lat en leve het doorlopend krediet. Jij kunt niet zonder en ik ook niet. Het leven is kort, zorg dat je aan je gerief komt!
Vraag je niet af waarom het moet en hoeveel er nodig is. ‘The sky is the limit’.Het is nooit genoeg.
Wie maakt de kaas?
Uiteindelijk weten we niet waar de kaas gemaakt wordt, laat staan, dat we weten dat er een koe aan de oorsprong staat. We zien geen fabrieken meer staan. We hoeven niet langer gerust gesteld te worden door de aanblik van rokende schoorstenen. Schadelijke uitstoot van schoorstenen veront-rust ons tegenwoordig alleen nog maar.
Onze gezondheid is van belang. Ons ideaal is schone longen en handen. De schoorstenen en hun uitstoot verdwenen steeds verder, dichter bij de grondstoffen en goedkope arbeid. Wij willen alleen de kassa’s horen rinkelen en onze zakken vullen met plastic. Wij gunnen onze onderontwikkelde broers en zusters onze vervuilers en kopen hun producten op krediet. Kunnen ze ook wat verdienen.
De effectenbeurs was ooit de marktplaats waar de inves-teerder en de
ondernemer onderhandelden met als doel elkaar te faciliteren en te gerieven. Ze wisselden waarden en verwachtingen uit en prijzen kwamen tot stand.
Nu vinden daar de geldschieters en woekeraars alias bankiers en financiers hun slachtoffers. Waardeloze investeringen en luchtkastelen worden door krediet in stand gehouden, als ze maar willen bewegen. In het vrije spel van vraag en aan-bod veranderen prijzen van bedrijven voortdurend. Op en neer; heen en weer. Hoe meer, hoe groter gerief. Het gaat niet om investeren maar speculeren. Aandelen zijn voor het nageslacht en obligaties zijn laf.
Het gaat om de financiële handel waar je rijk van worden kan. Handel in afgeleide waarden en prijsverwachtingen van ver-zekeringen voor handel in producten waarvan we niet het minste benul hebben. Soms win je wat, soms verlies je wat en wees eerlijk: hoop doet leven.
Hypotheken: ook leuk
Hypotheken zijn ook leuk. Financiële handel in een basis levensbehoefte. Onroerend goed behoudt altijd haar waarde. Een huis kan weliswaar vergaan, maar de grond blijft altijd bestaan. Een huis bezitten is genieten. De grond waar het op staat is een investering.
Iedereen wil zijn eigen onderkomen. Soms huur je dat tijdelijk. Alleen arme sloebers huren permanent het dak boven hun hoofd.
Projectontwikkelaars bouwen huizen volgens de demografische voorspellingen van de geleerden en de goede bedoelingen van de politici. De behoeften en capaciteiten van de bevolking komen niet altijd overeen met hetgeen in de glazen bollen te zien was. Marktontwikkeling is ook afhankelijk van consumentenvraag en makelaars doen dan ook hun best je weerstanden met wat meer krediet om te buigen tot motivaties. Met een beetje geluk kun je op de pof een huis kopen en zelfs afbetalen.
De vervangingsprijs stijgt vanzelf, al is het alleen maar de uitdrukking van de grotere schaarste aan grond. De gok is de wissel die je trekt op je inkomensverwachting en afbetalingscapaciteit.
Je huis is van jou. Een groot goed. Helaas is geen bezit zonder zorgen, zeker als je een arme sloeber bent, die de gok moest wagen. Genieten kan snel billen samenknijpen worden.
Je geldschieter is geen Samaritaan. Je huis is zijn handel en het risico deelt hij met zijn collega’s. Zolang je het krediet afbetaalt, mag je genieten. Geriefelijk leven op krediet.
Lukt de afbetaling niet, dan is het jouw verdriet. Het huis is nu van de geldschieter. Jij hebt niets meer. Jou rest de schuld, dat zij niet hebben wat zij willen. Het leven is zeer ongeriefelijk zonder krediet.
Tenslotte is de moraal van het verhaal: Wat je ook doet, uiteindelijk wordt je altijd genaaid.